-
1 zich snel van iets afmaken
zich snel van iets afmakenexpédier qc. -
2 zich afmaken
гл.общ. отделаться (van-от) -
3 afmaken
2 [doden] kill♦voorbeelden:een werkje afmaken • finish/complete a bit of workze hebben de hond moeten laten afmaken • they had to have the dog put downII 〈wederkerend werkwoord; zich afmaken〉♦voorbeelden:zich van iemand afmaken • dispose of someonezich er wat al te gemakkelijk van afmaken • shrug something off too lightlyzich met een paar woorden van iets afmaken • dismiss something in two words -
4 afmaken
1 [een einde maken aan] terminer2 [doden] achever3 [vernietigend beoordelen] démolir♦voorbeelden:een werkje afmaken • terminer un travailII 〈wederkerend werkwoord; zich afmaken〉♦voorbeelden:¶ zich van iets afmaken • se débarrasser de qc.hij maakt er zich met een grap van af • il s'en tire avec une pirouettezich snel van iets afmaken • expédier qc. -
5 zich met een jantje-van-leiden ergens van afmaken
zich met een jantje-van-leiden ergens van afmaken〈 met een smoesje〉 répondre par des pirouettes; 〈 er met de pet naar gooien〉 faire qc. par-dessus la jambeDeens-Russisch woordenboek > zich met een jantje-van-leiden ergens van afmaken
-
6 zich met een jantje-van-leiden ergens van afmaken
zich met een jantje-van-leiden ergens van afmakenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich met een jantje-van-leiden ergens van afmaken
-
7 zich van iets afmaken
zich van iets afmakense débarrasser de qc. -
8 zich er wat al te gemakkelijk van afmaken
zich er wat al te gemakkelijk van afmakenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich er wat al te gemakkelijk van afmaken
-
9 zich met een paar woorden van iets afmaken
zich met een paar woorden van iets afmakenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich met een paar woorden van iets afmaken
-
10 zich van iemand afmaken
zich van iemand afmakenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich van iemand afmaken
-
11 zich met een jantje-van-leiden ergens van afmaken
гл.общ. легко отделываться, отстраняться (от чего-л.)Dutch-russian dictionary > zich met een jantje-van-leiden ergens van afmaken
-
12 zich met de Franse slag van afmaken
Dutch-russian dictionary > zich met de Franse slag van afmaken
-
13 zich met een jantje van afmaken
-
14 zich van iem./iets afmaken
sich jdn./etw. vom Hals schaffenNiederländisch-Deutsch Wörterbuch > zich van iem./iets afmaken
-
15 jantje-van-leiden
♦voorbeelden:¶ zich met een jantje-van-leiden ergens van afmaken • 〈 met een smoesje〉 répondre par des pirouettes; 〈 er met de pet naar gooien〉 faire qc. par-dessus la jambe -
16 jantje-van-leiden
♦voorbeelden:¶ zich met een jantje-van-leiden ergens van afmaken • talk one's way out of something; 〈 niet ernstig opvatten〉 make light of something; 〈 slordig doen〉 skimp somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > jantje-van-leiden
-
17 rid oneself of
zich afmaken van, zich ontdoen van -
18 duck out
-
19 finir
finir [fienier]1 eindigen ⇒ ophouden, uitscheiden3 sterven♦voorbeelden:〈 spreekwoord〉 tout est bien qui finit bien • eind goed, al goedrue finissant en cul de sac • doodlopende straatil a fini par comprendre • ten slotte begreep hij hettu finis par m'ennuyer • je begint me de keel uit te hangenil finit sur une anecdote • hij eindigde met een anekdote→ engrenerII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 beëindigen ⇒ eindigen, afmaken, voltooien2 leegeten ⇒ leegdrinken, afeten♦voorbeelden:finissez de vous plaindre • houd op met klagenil commence par où il devrait finir • hij begint waar hij zou moeten eindigenfinir en beauté • zegevierend de eindstreep halen, goed eindigen2 ils finissaient de dîner, quand je suis arrivé • ze waren bijna klaar met eten, toen ik kwamv1) (be)eindigen2) aflopen3) opgebruiken -
20 quit
adj. vrij--------v. vertrekken; ophouden; verlaten; weggaan; opgeven; ergens van afraken; zich afmaken vanquit1[ kwit] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 vrij ⇒ verlost, bevrijd♦voorbeelden:we are well quit of those difficulties • goed, dat we van die moeilijkheden af zijn————————quit22 opgeven3 vertrekken ⇒ ervandoor gaan, zijn baan opgeven♦voorbeelden:1 I've had enough, I quit • ik heb er genoeg van, ik kap ermeehe's given his servant notice to quit • hij heeft zijn bediende opgezegdII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 opgeven ⇒ overlaten, laten varen3 verlaten ⇒ vertrekken van/uit, heengaan van♦voorbeelden:quit complaining about the cold! • hou op met klagen over de kou!quit that! • schei (daarmee) uit!
См. также в других словарях:
John of Leiden — (Dutch: Jan van Leiden , Jan Beukelsz or Jan Beukelszoon ; aka John Bockold or John Bockelson) (1509? January 22 1536), was an Anabaptist leader from the Dutch city of Leiden. He was the illegitimate son of a Dutch mayor, and a tailor s… … Wikipedia